Duizeligheidsklachten
Duizeligheidsklachten
Duizeligheid is een klacht die veel voorkomt. Veel huisartsen horen deze aandoening op hun spreekuur. Bij 3 tot 14% van de patiënten die bij de huisarts komt is duizeligheid de hoofdklacht. Het is ook een klacht die sterk leeftijdsafhankelijk is. Duizeligheid komt vooral veel voor bij mensen ouder dan 65 jaar. Duizeligheid kan zeer bedreigend zijn. Het brengt iemand immers letterlijk en figuurlijk uit balans. U kunt er zo onzeker van worden dat het uw dagelijkse leven beïnvloedt. De sociale en maatschappelijke gevolgen van duizeligheid zijn dan ook vaak groot. Zeker bij oudere mensen kan het soms leiden tot verlies van zelfstandigheid.
Wat is duizeligheid?
In het algemeen wordt onder duizeligheid verstaan het gevoel dat beleefd wordt als de relatie tot de ruimtelijke omgeving verstoord is. De sensatie die men ervaart kan nogal verschillen. Het kan gaan om draaierigheid, zweverigheid, het gevoel alsof de wereld om u heen draait of het idee dat u zelf rond tolt. Hierbij kan desoriëntatie voorkomen en het gevoel om te vallen. Verder kunnen er bijkomende verschijnselen zijn, zoals angst, transpireren, misselijkheid en braken.
Hoe werkt het evenwichtssysteem?
Normaal gesproken krijgt ieder mens voortdurend informatie over de ruimte om zich heen en over de positie die het lichaam daarbinnen inneemt. Die informatie is afkomstig van de volgende deelsystemen:
- Het evenwichtsorgaan. Dit ligt in het rotsbeen en vormt met het binnenoor het slakkenhuis. Het evenwichtsorgaan is gevoelig voor veranderingen van de stand van het hoofd.
- De ogen. Als men de ogen sluit, is lopen of stilstaan moeilijker.
- Het gevoel in de spieren en pezen. Signalen uit de benen en de nek geven informatie over de stand van het lichaam en van het hoofd ten opzichte van het lichaam. Al deze informatie wordt verwerkt in de hersenstam en de kleine hersenen. Van daaruit gaan prikkels naar de spieren van het lichaam, zodat iemand zijn houding kan aanpassen en zijn evenwicht bewaart. Er gaan ook signalen met informatie naar de grote hersenen waar het bewustzijn zetelt. Als daar verkeerde of nog niet bekende signalen binnenkomen, ontstaat het gevoel van duizeligheid. Duizeligheid is in feite de ervaring van een gevoel dat op zichzelf niet gemeten kan worden.
Oorzaken van duizeligheid
Elke stoornis op één van de plaatsen van het evenwichtssysteem kan duizeligheid en/of evenwichtsklachten veroorzaken.
- Vooral een acute aandoening van het evenwichtsorgaan leidt tot heftige draaiduizeligheid met misselijkheid en braken. Vaak ziet men de omgeving draaien. De klachten kunnen minuten tot uren duren, waarna spontaan herstel optreedt. De bekendste oorzaken van een acute aanval van draaiduizeligheid zijn:
- Ontsteking van het evenwichtsorgaan (neuritis vestibularis). Meestal gaat het om een virale ontsteking in aansluiting op een griepperiode.
- De ziekte van Ménière.
- Een aanval van migraine (waarbij de duizeligheid vaak gepaard gaat met hoofdpijn).
- Doorbloedingsstoornis of bloeding in evenwichtsorgaan en/of (kleine) hersenen.
Bij de ziekte van Ménière en migraine treden bij herhaling duizeligheidsaanvallen op. Als na een acute aanval van draaiduizeligheid schade is opgetreden aan het evenwichtsorgaan, kan men na de acute fase nog lange tijd last houden van een gevoel van onbalans en valneigingen (bijvoorbeeld bij snelle bewegingen).
- Men spreekt van benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD) bij draaiduizeligheid die seconden duurt en optreedt bij bepaalde bewegingen (bukken, omhoog kijken, omdraaien in bed, gaan liggen in bed), De klachten worden veroorzaakt door ‘steentjes’ die zwerven door het evenwichtsorgaan. Dit is een onschuldige, maar hinderlijke aandoening, die gelukkig vaak vanzelf weer over gaat.
- Een daling van de bloeddruk bij overeind komen kan leiden tot een licht gevoel in het hoofd bij opstaan of langdurig staan. Dit fenomeen noemt men orthostatische hypotensie en kan soms een bijwerking van medicatie zijn.
- Duizeligheid ontstaat ook bij een laag bloedsuikergehalte of vergiftigingen (bijvoorbeeld door alcohol of medicijngebruik).
- Angst (al dan niet in combinatie met hyperventilatie) en depressie kunnen ook leiden tot duizeligheidsklachten. Meestal betreft het dan een licht, zweverig gevoel en geen draaiduizeligheid. Door de verschillende manieren waarop duizeligheid zich presenteert en de vele oorzaken van duizeligheid is het vaak noodzakelijk om uitgebreider (lichamelijk) onderzoek te doen.
Onderzoek
Veruit het belangrijkste deel van het onderzoek is uw eigen verhaal. Dit wordt in de intake met uw therapeut doorgenomen. Op grond daarvan kan vaak al vermoed worden wat de oorzaak van de duizeligheid (geweest). In uw verhaal wordt gelet op de volgende aspecten:
- Om wat voor duizeligheid gaat het? Draait de omgeving? Heeft u het gevoel om te vallen? Voelt u zich licht in het hoofd?
- Wat is het verloop in de tijd? Ontstonden de klachten geleidelijk of acuut? Hoe lang duurden de klachten? Is de duizeligheid continu aanwezig?
- Zijn er omstandigheden waardoor de klachten optreden of verergeren? Worden de klachten bijvoorbeeld uitgelokt door hoofdbewegingen? Doen ze zich voor bij omdraaien in bed, bij rechtop gaan staan, tijdens lopen of in drukke winkels?
- Zijn er andere verschijnselen, zoals verminderd gehoor, oorsuizen, hoofdpijn, misselijkheid, braken, hartkloppingen, transpireren, moeite met praten, dubbelzien, benauwdheid en angst?
Behandeling
De behandeling hangt af van de diagnose die gesteld wordt. Grofweg zijn de volgende behandelingen mogelijk:
- Vestibulaire revalidatie. Bij balans- en evenwichtsklachten die het gevolg zijn van een verminderde werking van het evenwichtsorgaan kan de fysiotherapeut een bijdrage leveren door middel van vestibulaire revalidatie. Dit is een benadering waarbij door middel van oefeningen compensatie van het centrale zenuwstelsel wordt bewerkstelligd. De oefeningen wekken duizeligheid op: door herhaaldelijke provocatie kan habituatie van symptomen ontstaan. Het gaat hierbij om bewegingen van ogen, hoofd en romp. De oefeningen kunnen zich ook specifieker richten op blikstabilisatie of balanstraining.
- Bij kortdurende bewegingsafhankelijke duizeligheid (BPPD) kan goed worden behandeld met manoeuvres waarbij de losliggende ‘steentjes’ worden ‘gereponeerd’ (teruggebracht) naar de plek in het evenwichtsorgaan waar ze oorspronkelijk vandaan komen.
- Bij een acute aanval van draaiduizeligheid kunnen de duizeligheidsklachten en misselijkheid worden bestreden met medicijnen. Bij sommige aandoeningen (zoals de ziekte van Ménière en migraine) is onderhoudsmedicatie zinvol, met als doel nieuwe aanvallen te voorkomen. Of onderhoudsmedicatie gegeven moet worden hangt vooral af van de frequentie waarmee de duizeligheidsaanvallen optreden. Dit wordt door de KNO-arts bepaald.
- Heel soms kan met name bij de ziekte van Ménière operatief ingrijpen zinvol zijn.
Bron: Kenniscentrum Duizeligheid
In onze praktijk is Yvette van der Velde gespecialiseerd in het onderzoeken en behandelen van duizeligheidsklachten. Zij is geschoold door Kenniscentrum Duizeligheid in Apeldoorn en aangesloten bij het Duizeligheidsnet van Duizeligheidscentrum Apeldoorn (Gelre ziekenhuis).
Afspraak maken?
Bel of mail Yvette van der Velde:
T: 070-3632442 of 06-16142427
E-mail: yvandervelde@fysioduinoord.nl
BIG reg.nr. 29915318404